De ijzeren maagd

1. Zakelijke gegevens

De titel van het boek is De ijzeren maagd.

De naam van de auteur is Bobje Goudsmit.

De uitgever is Malmberg.

Het boek is uitgegeven in het jaar 2002.

Het boek bevat 185 bladzijden.

 

2. Samenvatting van het boek

Het verhaal gaat over Jaouad, Joris en Tim ze zitten bij elkaar in de klas. Er zijn 2 hoofdpersonen zijn Tim en Ruth, die komt later nog voor in het verhaal.  Ze zijn hele goede vrienden van elkaar. Maar er komt een meisje bij hun in de klas die is blijven zitten. Haar naam is Anouk iedereen vind haar een slettenbak, omdat ze iedereen kan krijgen die ze wilt. Anouk heeft al een vriend die Pieter heet. Joris probeert er alles aan te doen om te zorgen dat Anouk Joris ziet staan. De jongens gaan bloemen verkopen voor de oom van Jaouad. Dat doen ze om geld te krijgen voor Joris, die Anouk een cd wou gaan geven. Maar ze vind het maar niks. Dan komt er een stukje over Ruth. Wanneer Tim thuis komt verteld zijn moeder hem dat er gebeld is en dat hij om 5 uur een telefoontje kan verwachten. Wanneer er gebeld wordt hoort hij dat het Anouk is. Ze vraagt of Tim haar wilt helpen met wiskunde hij vind het goed en gaat naar haar toe. Ze doet open en gaan gelijk beginnen aan wiskunde leren. Nadat ze een tijdje bezig zijn wordt er aangebeld en het is Jaouad hij kijkt Tim met verbazing aan. Hij geeft het wiskunde boek van Anouk terug die hij had gevonden. De volgende dag zijn ze boos op elkaar. De dagen erna groeien Tim en Anouk naar elkaar. Ze gaan naar Ruth de oudtante van Anouk. Ze heeft Tim gezegd dat ze er snel weer weg wilt. Ruth heeft nog een vraag voor Tim. Wanneer Anouk wegloopt vraagt Ruth aan Tim of hij nog een keer langskomt. Tim krijgt tien euro per uur. Als hij die week daarop bij Ruth langsgaat vraagt Ruth allemaal dingen aan hem. Tim begint over zijn oma te vertellen. Ze heette Sarah ze was joods en ze werd ten vondeling gelegd. Op haar truitje was een kaartje gemaakt met de naam Sarah erop. Dat komt Ruth heel bekend voor en ze denkt aan haar eigen verleden. Op een morgen als haar onderduikers familie op zondag naar de kerk toe is, is ze alleen thuis en komt de buurman heel onopvallend binnen. Hij verkracht haar en dan loopt hij weg, hij kijkt bij de deur nog een keer achterom en zegt dat ze het niemand mag vertellen. Ze kleed zich gauw weer aan en als het gezin terug komt doet ze alsof er niet aan de hand is. Wanneer het gesprek klaar is zegt Ruth dat hij haar wel met rust mag laten. Als de volgende morgen Lisa de verzorger langskomt zit Ruth in haar stoel en kijkt ze met verbazing. Zou ze daar de hele nacht hebben gezeten ? ze vraagt aan Lisa of ze iemand wilt bellen ze wilt meteen haar testament veranderen. Ook begint ze over een DNA – test die er moet komen ze is helemaal in verwarring en wilt weten wat er nu allemaal speelt. Ruth moet ook het kokertje hebben die zij van haar moeder heeft gekregen toen ze ging onderduiken, haar moeder vertelde erbij dat het haar geluk zou brengen. Lisa pakt een schroevendraaier en haalt hem eraf ze legt hem op tafel met de schroefjes ernaast.

 

 3. Over de auteur

Bobje Goudsmit word geboren op 27 oktober 1951 in Leiden.

Thuis groeide ze op in een gezin van 6 kinderen en inmiddels is ze zelf getrouwd en heeft 4 kinderen en een hondje.Ze studeerde Nederlands in Leiden en Nijmegen.Ze geeft vanaf 1976 Nederlandse les op een middelbare school  en heeft dat 30 jaar gedaan, in 1996 is ze ermee gestopt.

Bobje is geboren in Leiden maar 3 maanden later verhuisden ze naar Zwolle waar ze is opgegroeid. Toen ze klaar

was met de lagere school ging ze naar het gymnasium. Toen ze ging studeren ging ze opnieuw terug naar Leiden en later nog naar Nijmegen waar ze afgestudeerd is in Nederlands .

Vroeger wou Bobje al voorgelezen worden en zelf schrijven. Haar oudere 3 zussen las Bobjes moeder altijd voor soms mocht ze meeluisteren. Ze kon echt niet wachten tot ze zelf kon beginnen met schrijven. Wanneer ze 6 jaar gaat ze op de zolder op een oude typemachine beginnen aan haar eerste echte verhalen.

 

4. Over het boek

A. De afbeelding  op de voorkant van het boek is een meisje met donkere stijle haren en een piercing in haar neus. Deze afbeelding is denk in een foto van Anouk.

B. Bobje Goudsmit schrijft haar boeken uit de ervaringen van haar eigen kinderen en van haar leerlingen ze kan zich er erg goed in verplaatsen.

C. Gedurende het verhaal zijn er meerdere plaatsen waar de gebeurtenissen zich afspelen. De plaatsen zijn in het dorp waar alle personen uit het boek wonen. In dat dorp zijn meerdere plekken waar zich gebeurtenissen afspelen: de middelbare school, nieuwbouwwijk, bij Anouk thuis, bij Tim thuis, in een winkelcentrum, bejaardentehuis en een woonwijk.

D. Je leest het perspectief uit de voeten van de hoofdpersonen. De hoofdpersonen zelf vertellen in gedachte over de andere personen.

E.  Gedeeltelijk heeft het wel een open einde. Want op een dag belt Anouk, Tim op om te vragen of hij langs wilt komen omdat ze iets te vertellen heeft. Je weet niet wat er daarna zal gaan gebeuren. Maar dat is het enige de andere dingen ben je allemaal op het laatst achtergekomen.

 

5. Leeservaringen

1. Onderwerp

Het boek spreekt me zeker aan daarom heb ik dit boek gekozen voor mijn fictiedossier.

Wij hadden het boek thuis staan en toen ik zag dat wij hem ook hadden wou ik hem gaan lezen omdat ik er eerder over gehoord had. Ik vond het een interessant boek en ben erachter gekomen dat ik deze boeken met plezier lees. Het verhaal is alles behalve voorspelbaar ik had de meeste dingen in het boek helemaal niet verwacht tot dat het naar boven kwam. Ik heb nog nooit eerder een verhaal gelezen over de oorlog.

2. Gebeurtenissen

Er gebeurd telkens heen veel in het verhaal omdat je ook te maken hebt met het verleden van Ruth. Daardoor blijft het spannend om naar het lezen en daardoor wou ik ook telkens door lezen. Welke gebeurtenis zeker weten zonder twijfel  een indruk op mij gemaakt heeft is wanneer Tim bij Ruth op bezoek is en er steeds meer boven water komt. Over Tim zijn oma die het kind was van Ruth. Echt super spannend ! Die gebeurtenis in het boek was een beetje vaag want je vraagt je natuurlijk af waarom Tim naar Ruth moet gaan van haar en waarom hij daar tien euro per uur voor krijgt.

3. Personages

De hoofdpersonen van het boek zijn Ruth en Tim. Het verplaatsen in hun gedachtewereld gaat wel gemakkelijk. Als je eenmaal leest dan zit je helemaal in het verhaal. Ik zou niet willen lijken op de hoofdpersonen ze leven beiden in hun eigen wereld en sluiten zich af voor de buitenwereld Ruth wat meer als Tim maar hij op het laatst ook wanneer hij telkens naar Anouk toe leeft. In de loop van het verhaal verwacht je wel hoe ze zouden gaan reageren want je leert ze steeds beter kennen.

Hoofdpersonen.

Tim: 15 – 16 jaar. Tim is heel goed bevriend met Joris en Jaouad. Maar er komen ruzie’s en  weet niet wat hij moet doen.  Hij heeft een zusje van 2 jaar oud en ze heet Sarah. Later komen Anouk en Tim bij elkaar.

Ruth: Ruth is 60 – 70 jaar. En een oude dame ze woont in haar appartement. En ze wilt graag met rust gelaten worden in haar eentje.

Bijfiguren.

Anouk:  16 – 17 jaar want ze is één keer blijven zitten. Gevoelig meisje die bijna elke jongen kan krijgen die ze wilt door haar uiterlijk. Maar eigenlijk zit ze anders in elkaar en heeft ze een klein hartje.

Jaouad: 15 – 16 jaar. Hij is een Marokkaanse jongen.  En hij is een vriend van Tim en Joris is zijn andere vriend.

Joris:  15 – 16 jaar. Hij is echt helemaal weg van Anouk. Hoe hij haar ook probeert te benaderen het lukt hem niet. Anouk heeft tenslotte al een andere vriend Pieter. 

 

4. Bouw

 Ik vind niet dat het verhaal geen logische volgorde ze gaan terug naar het verleden en dat zorgt soms voor verwarring. Maar dat maakt het juist wel spannend om te lezen en afwisselend. Meerder verhaallijnen zijn er wel want je hebt er één van Ruth uit het verleden en één van nu. Dus dat zijn 2 belangrijke verhaallijnen. Het verbindingspunt van de verhaallijnen loopt goed in elkaar over op het einde worden alle vraagtekens beantwoord. Het is een mooi einde van het verhaal maar ik had toch nog wel willen weten wat Anouk aan Tim wou gaan vertellen.

 

5. Taalgebruik

 Het taalgebruik is makkelijk om te lezen want ze gebruiken niet hele lastige woorden ze   passen het taalgebruik aan op het niveau waar de boeken voor zijn. Daardoor begrijp je het boek beter en zijn de zinnen gemakkelijk om te lezen. Het verteltempo gaat op sommige stukken langdradig maar op de meeste stukken gaan ze er vlot doorheen . Dat is fijn om te lezen.

 

6. Verwerkingsopdracht

De verwerkingsopdracht die ik uitgekozen heb is dat ik een brief moet schrijven aan een correspondentie vriendin. Ze heet Laura en ik moet haar duidelijk maken waarom ze het boek nou juist wel of niet zou moeten lezen.

Lieve Laura,

Hoe gaat het daar met je? Ik heb het hier heel erg naar mijn zin en alles gaat ook goed met mij.

Ik heb nu net een super gaaf boek uitgelezen ! Echt een aanrader je zou hem moeten lezen. misschien ligt hij bij jullie ook wel in de winkels. Hij heet De ijzeren maagd. Het is ook boek met echte spanning. Wanneer je eenmaal leest wil je niet meer stoppen. Ik heb het boek ook in 2 dagen uitgelezen.

Het gaat over Tim, Jaouad en Joris ze zijn drie hele goede vrienden en ze zitten bij elkaar in de klas. Dan komt er een meisje die is blijven zitten bij hun in de klas. Ze heet Anouk en heeft een vriend Pieter maar Joris vind haar toch leuk. En hij probeert er voor te zorgen dat zij hem ook leuk vind. Maar Anouk vraagt Tim op een dag mee te gaan naar haar oudtante Ruth. Ze wilt er snel weer weg. Als Anouk al weer weg loopt vraagd Ruth aan Tim of hij nog een keertje weer wilt komen. Tim vind het goed en als hij die week daarop daar weer komt. Begint hij over zijn oma Sarah te vertellen. De dingen die hij verteld komen Ruth bekend voor zijn oma was Ruth haar kind. Ze was verkracht toen ze in de oorlog moest onderduiken.

Spannend hé Laura? Ik hoor het wel van je en hoop dat ik snel weer een brief van je terug krijg !

Kusjes Marél

Maak jouw eigen website met JouwWeb